Voorleesweek “Blijf voorlezen”

Was het thema van dit schooljaar en meteen ook een warme oproep voor jullie thuis! Op school konden onze leerlingen die week genieten van verschillende voorleesmomenten.

Zo konden de kinderen van het eerste, tweede en derde leerjaar onder andere kijken en luisteren naar de prachtige “kamishibai” -verhalen die gemaakt werden door de leerlingen van het zesde leerjaar.

De leerlingen van het vijfde leerjaar verwenden dan weer de leerlingen van de derde kleuterklas.De jongere kleuters kregen bezoek van het zorgteam en de directie.

Tijdens deze voorlees-editie zorgden we dus onderling voor mekaar.

Bedankt aan ieders inzet!

We voegen hier nog een passend gedicht van Stijn De Paepe aan toe en een heel interessant artikel dat je op de site van “Iedereen leest” kan terugvinden.

Veel leesplezier,

Het leesteam

Blijf voorlezen – ook als kinderen zelf leren lezen

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Wanneer kinderen zelf leren lezen, gebeurt er heel wat in hun brein. Uit onderzoek blijkt dat ouders minder gaan voorlezen als een kind zelf begint te lezen. Voorlezen en zelf lezen kunnen echter perfect hand in hand gaan – meer zelfs: het is aanbevolen om zeker in deze fase te blijven voorlezen. Vooral bij kinderen voor wie het technisch lezen wat moeilijker is, is voorlezen een belangrijke manier om leesplezier te blijven doorgeven. Er zit namelijk een grote kloof tussen de eenvoudige verhalen die een eerste lezer technisch aan kan – met beperkte woordenschat en erg simpele verhaallijnen – en de meer complexe verhalen met een rijkere woordenschat die je al voorlezend kan aanbieden. 

Het zijn die laatste die bij een beginnende lezer het vuur brandende kunnen houden. Geertje Bluekens, onderwijsexpert bij Iedereen Leest, vertelt: ‘Lezen is hard werken voor een zesjarige. Vergelijk het met een computer die meerdere zware programma’s tegelijk draait: hun werkgeheugen draait overuren. Neem het woord maan: eerst moeten kinderen de letters herkennen, dan de klanken samenvoegen, vervolgens de betekenis begrijpen en die in de zin plaatsen. En dat alles moet ook nog in de verhaallijn passen. Dat is enorm veel tegelijk. Vergelijk het met autorijden: in het begin ben je druk met schakelen, sturen en spiegels checken. Pas als dat bijna automatisch gaat, heb je ruimte om ook op de gps te kijken, mee te zingen met de radio of een gesprek te voeren met de achterbank. Zo is het ook met lezen.’ 

Wanneer je voorleest, valt dat hele proces weg en komt de focus weer op de inhoud te liggen. Daardoor kunnen kinderen veel meer opgaan in het verhaal. Blijf dus zeker ook verhalen aanbieden die ze zelf misschien nog niet kunnen lezen. Geertje: ‘Als je samen met je kind boeken uitkiest om voor te lezen, hoef je geen rekening te houden met de technische leesvaardigheid. Via voorleesboeken krijgen kinderen daarom een veel rijkere taal, meer woordenschat en inzicht in verhalen mee.’

Waarom moeten we blijven voorlezen? | Iedereen Leest

Voorleesweek “Blijf voorlezen”